FRANCK, Louis
Geboren te Antwerpen op 28 november 1868.
Overleden te Wijnegem op 31 december 1937.
Minister van Staat.
Minister van Koloniën, 1919-1924.
Lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Gouverneur van de Nationale Bank, 1926-1937.
Grootkruis Orde van de Afrikaanse Ster, Groot Officier Leopoldsorde met Gouden Streep, Medaille van het Nationaal Comité 1914-1918, Herinneringsmedaille van het Eeuwfeest.
Grootkruis Orde van de Gouden Leeuw van Nassau Luxemburg, Koninklijke Victoria Orde Groot-Brittannië, Orde van Isabella de Katholieke Spanje, Orde van de Zwarte Ster van Bénin Frankrijk, Christus Orde Portugal, Kroonorde Italië en Kroonorde Roemenië, Groot Officier Legioen van Eer Frankrijk.
Boekje uitgegeven door de Nationale Bank n.a.v. het overlijden.
Na zijn studies rechten aan de
Universiteit van Brussel vestigt Franck zicht als advocaat in Antwerpen. Zijn
gematigdheid als liberaal tegenover katholieken en als Vlaming tegenover de
Franstalige bourgeoisie maakt hem uiterst geschikt voor een politieke carrière.
Van 1906 tot 1926 is hij liberaal
volksvertegenwoordiger.
Franck speelt een belangrijke rol in de
vernederlandsing van het Vlaamse rechtsleven. Inzake taalwetgeving is zijn
stelling: geen taaldwang in Wallonië en een geleidelijke vernederlandsing in
Vlaanderen. Na zijn strijd voor de vernederlandsing van de Gentse Universiteit (vanaf
1910 met Van Cauwelaert en Huysmans, de Drie Kraaiende Hanen) luwt zijn
Vlaamsgezindheid omdat hij vanaf 1912 ministeriabel wordt.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt
Franck het feitelijke hoofd van Antwerpen. Hij voert een politiek van Godsvrede
en van voorzichtige administratieve samenwerking met de bezetter. De
taalgeschillen moeten zijn inziens blijven rusten. Hij veroordeelt openlijk het
activisme en de Flamenpolitiek. Op
verzoek van de activisten wordt hij in 1918 korte tijd gedeporteerd.
Na zijn terugkeer laat hij zich nog
nauwelijks in met de Vlaamse zaak. De oorzaken zijn: de scheuring in en de
radicalisering van de Vlaamse Beweging tijdens de oorlog, Francks deportatie en
de naoorlogse inzinking van de Vlaamse Beweging en de Vlaamse Liberalen. Hij
wordt wel nog de inspirator van de gedeeltelijke vernederlandsing van de Gentse
Universiteit, de zogenaamde Nolf-Barak van
In 1926 wordt hij Gouverneur van de
Nationale Bank. Naar aanleiding van een gerechtelijk onderzoek vraagt hij in
oktober 1937 verlof. Twee maanden later overlijdt hij, waarschijnlijk door
zelfmoord.