LAMBOTTE, Edouard, Julien.

Geboren te Gesves op 27 december 1864 en overleden op 21 maart 1942.

LOOPBAAN.

-Ingelijfd bij het Regiment Carabiniers voor 8 jaar, 2 maand, 13 dagen als soldaat, 18 juli 1883.

-Korporaal, 16 oktober 1883.

-Toegelaten tot de Militaire School als Leerling, MB van 20 maart 1884.

-Ingelijfd voor 8 jaar, overeenkomstig het KB van 10 april 1871, 1 mei 1885.

-Onder Luitenant, KB van 5 mei 1886.

-Aangewezen voor het 9^de Linie Regiment, MB van 7 mei 1886.

-Luitenant, KB van 6 februari 1892.

-Toegelaten tot de Krijgsschool, MB van 22 augustus 1892.

-Aangewezen voor het 10^de Linie Regiment met behoud van zijn huidige positie, MB van 27 december 1892.

-Stafadjunct, KB van 11 november 1895.

-Stage bij het 2^de Regiment Lanciers, leerling aan de Rijschool, MB van 18 november 1895.

-Einde studies aan de Rijschool, 30 april 1896.

-Aangewezen voor het 14^de Linie Regiment, einde stage bij het 2^de Regiment Lanciers, MB van 3 december 1896.

-Overplaatsing naar het stafkorps van de Versterkte Stelling Luik, MB van 7 januari 1897.

-Vleugeladjudant van Generaal-majoor Desart, KB van 23 juli 1898.

-Kapitein, KB van 26 maart 1900.

-Overplaatsing naar het 13^de Linie Regiment met behoud van zijn huidige functies, MB van 27 maart 1900.

-Ontslag als vleugeladjudant, KB van 26 september 1901.

-Vleugeladjudant van Generaal-majoor Pioch, KB van 26 oktober 1901.

-Kapitein-commandant, KB van 25 maart 1904.

-Ontslag als vleugeladjudant, KB van 26 juni 1908.

-Vleugeladjudant van Luitenant-generaal de St. Mortier, KB van 30 juni 1908.

-Ontslag als vleugeladjudant, KB van 24 december 1909.

-Vleugeladjudant van Generaal-majoor de Bray, KB van 15 januari 1910.

-Ontslag, op eigen vraag, als vleugeladjudant, KB van 27 december 1911.

-Majoor, KB van 26 maart 1913.

-Overplaatsing naar het 10^de Linie Regiment, MB van 26 maart 1913.

-Overplaatsing naar het 13^de Linie Regiment, MB van 26 juni 1913.

-Overplaatsing naar het onderrichtcentrum van het 2^de legerdivisie, 19 mei 1915.

-Overplaatsing naar het onderrichtcentrum voor mitrailleurs, september 1915.

-Terug naar het veldleger, ter beschikking van de inspecteur-generaal van het leger, januari 1916.

-Luitenant-kolonel, KB van 21 juli 1916.

-Ter beschikking gesteld van de commandant van het 2^de legerdivisie, 28 juli 1916.

-Commandant van het 6^de Linie Regiment, MB van 20 december 1916.

-Commandant van het 17^de Linie Regiment, MB van 1 januari 1917.

-Kolonel, KB van 26 maart 1917.

-Commandant a.i. van de infanterie van het 10^de infanteriedivisie, dagorde van 1 februari 1918.

-Ter beschikking gesteld van de inspecteur-generaal van het leger, MB van 5 september 1918.

-Commandant van het schiftingscentrum voor gewezen militairen, beslissing van de inspecteur-generaal van het leger van 23 september 1918.

-Pensionering, KB van 26 maart 1919.

-Ere Generaal-majoor, KB N° 7702bis van 10 juli 1920.

ONDERSCHEIDINGEN.

-Officier Orde van Leeuw en Zon, decreet van ZM de Sjah van Perzië, 1904.

-Regeringsmedaille van Koning Leopold II, KB van 4 december 1906.

-Ridder Leopoldsorde, KB van 10 december 1907.

-Militair Kruis 2^de Klasse, KB van 8 oktober 1908.

-Militair Kruis 1^ste Klasse, KB van 6 juli 1911.

-Officier Leopoldsorde en Oorlogskruis, d.d. 3 januari 1917, KB van 17 mei 1917. ‘Voor zijn blijken van moed en zelfopoffering gedurende zijn lange aanwezigheid aan het front en tijdens de hem toevertrouwde missies.’

-Overwinningsmedaille, KB van 12 september 1919.

-Herinneringsmedaille van de Veldtocht 1914-1918, KB van 31 oktober 1919.

-Commandeur Kroonorde, KB van 17 november 1920. ‘Voor zijn blijken van moed en zelfopoffering gedurende zijn lange aanwezigheid aan het front en tijdens de hem toevertrouwde missies.’

-Commandeur Leopoldsorde, KB van 21 juli 1925.

-Herinneringsmedaille van het Eeuwfeest, KB van 2 juli 1932.

-Groot Officier Leopold II Orde, KB van 21 juli 1939.

-Supplementaire palm op het lint van het Oorlogskruis, KB van 21 juli 1939.

-Zeven Frontstrepen, toepassing van de wet van 25 augustus 1919.

LAMBOTTE, Edouard, Julien.

Né le 27 décembre 1864 à Gesves, décédé, le op 21 mars 1942.

DÉTAIL DES SERVICES.

-Engagé au Régiment des Carabiniers, pour 8 ans, 2 mois, 13 jours, comme soldat, le 18 juillet 1883.

-Caporal, le 16 octobre 1883.

-Admis à l’École Militaire en qualité d’Elève, par DM du 20 mars 1884.

-Engagé pour 8 ans, conformément à l’AR du 10 avril 1871, le 1 mai 1885.

-Sous-lieutenant, par AR du 5 mai 1886.

-Désigné pour le 9^e Régiment de Ligne, par DM du 7 mai 1886.

-Lieutenant, par AR du 6 février 1892.

-Admis à l’École de Guerre, par DM du 22 août 1892.

-Désigné pour le 10^e Régiment de Ligne et pour rester dans sa position actuelle, par DM du 27 décembre 1892.

-Adjoint d’État-Major, par AR du 11 novembre 1895.

-En stage au 2^e Régiment de Lanciers et détaché à l’École d’Équitation, par DM du 18 novembre 1895.

-Cesse d’être détaché à l’École d’Équitation, le 30 avril 1896.

-Désigné pour le 14^e Régiment de Ligne et cesse son stage au 2^e Régiment de Lanciers, par DM du 3 décembre 1896.

-Détaché à l’état-major de la position de Liège, par DM du 7 janvier 1897.

-Aide de camp du général-major Desart, par AR du 23 juillet 1898.

-Capitaine, par AR du 26 mars 1900.

-Désigné pour le 13^e Régiment de Ligne et pour rester dans sa position actuelle, par DM du 27 mars 1900.

-Déchargé de l’emploi d’aide de camp, par AR du 26 septembre 1901.

-Aide de camp du général-major Pioch, par AR du 26 octobre 1901.

-Capitaine commandant, par AR du 25 mars 1904.

-Déchargé des fonctions d’aide de camp, par AR du 26 juin 1908.

-Aide de camp du général-major de Bray, par AR du 15 janvier 1910.

-Déchargé, sur sa demande, des fonctions d’aide de camp, par AR du 27 décembre 1911.

-Major, par AR du 26 mars 1913.

-Désigné pour le 10^e Régiment de Ligne, par DM du 26 mars 1913.

-Désigné pour le 13^e Régiment de Ligne, par DM du 26 juin 1913.

-Désigné pour le centre d’instruction de la 2^e division d’armée, le 19 mai 1915.

-Désigné pour le centre d’instruction des mitrailleurs, en septembre 1915.

-Désigné pour réjoindre l’armée de campagne, mis à la disposition de l’inspecteur général de l’armée, janvier 1916.

-Lieutenant-colonel, par AR du 21 juillet 1916.

-Mis à la disposition du commandant de la 2^e division d’armée, le 28 juillet 1916.

-Désigné pour commander le 6^e Régiment de Ligne, par DM du 20 décembre 1916.

-Désigné pour commander le 17^e Régiment de Ligne, par DM du 1 janvier 1917.

-Colonel, par AR du 26 mars 1917.

-Désigné pour commander, à titre intérimaire, l’infanterie de la 10^e division d’infanterie, O.J.A. du 1 février 1918.

-Désigné pour être mis à la disposition de l’inspecteur général de l’armée, par DM du 5 septembre 1918.

-Désigné pour commander le centre de triage des anciens militaires, par décision de l’inspecteur général de l’armée du 23 septembre 1918.

-Pensionné, par AR du 29 mars 1919.

-Général-major à titre honoraire, par AR n°7702bis du 10 juillet 1920.

DÉCORATIONS.

-Décoré de l’Ordre du Lion et du Soleil de 4^e Classe, par SM le Shah de Perse en 1905.

-Décoré de la Médaille Commémorative du Règne de SM Léopold II, par AR du 4 décembre 1906.

-Chevalier de l’Ordre de Léopold, par AR du 10 décembre 1907.

-Décoré de la Croix Militaire de 2^e Classe, par AR du 8 octobre 1908.

-Décoré de la Croix Militaire de 1^e Classe, par AR du 6 juillet 1911.

-Officier de l’Ordre de Léopold avec attribution de la Croix de Guerre, à la date du 3 janvier 1917, par AR du 17 mai 1917. « Pour le courage et le dévouement dont il a fait preuve au cours de sa longue présence au front et dans les missions qui lui ont été confiées ».

-Décoré de la Médaille de la Victoire, par AR du 12 septembre 1919.

-Médaille Commémorative de la Guerre 1914-1918, par AR du 31 octobre 1919.

-Commandeur de l’Ordre de la Couronne, par AR du 17 novembre 1920. « Pour le courage et le dévouement dont il a fait preuve au cours de sa longue présence au front et dans les missions qui lui ont été confiées ».

-Commandeur de l’Ordre de Léopold, par AR du 21 juillet 1925.

-Médaille Commémorative du Centenaire, par AR du 2 juillet 1932.

-Grand Officier de l’Ordre de Léopold II, par AR du 21 juillet 1939.

-Palme supplémentaire sur le ruban de la Croix de Guerre, par AR du 21 juillet 1939.

-A obtenu 7 chevrons de front, par application de la loi du 25 août 1919.