FOCH, Ferdinand.

Geboren te Tarbes (Fr) op 2 oktober 1851 en overleden te Parijs op 20 maart 1929.

Maarschalk van Frankrijk, Groot-Brittannië en Polen.

 

Grootkruis Legioen van Eer, Militaire Medaille met Briljanten, Oorlogskruis met Palm en Briljanten, Herinneringsmedaille van de Oorlog 1870-1871.

Grootkruis Leopoldsorde België, Grootkruis Orde voor Militaire Verdienste Bulgarije, Orde van de Gestreepte Tijger China, Isamail Orde Egypte, Orde van de Verlosser Griekenland, Bath Orde Groot-Brittannië, Militaire Orde van Savoye Italië, Orde van de Heilige Schat Japan, St. Sava Orde Joegoslavië, Vytis Orde Letland, Ouissam Alaouite Orde Marokko, Danilo Orde Montengro, Orde van de Witte Adelaar en Virtuti Militari Orde Polen, Kroonorde Roemenië, Orde van de Ster van Karageorges met Zwaarden Servië, Rama Orde Siam, Karel III Orde Spanje en Orde van de Witte Leeuw Tsjecho-Slowakije, Commandeur Cincinnati Orde en Distinguished Service Medal Verenigde Staten, Oorlogskruis en IJzer Medaille België, Oorlogskruis en Zilveren Dapperheidsmedaille Italië, Oorlogskruis met Palm Tsjecho-Slowakije.

 

Na de ondertekening van de Wapenstilstand, Rethondes, 11 november 1918.

v.l.n.r. Kapitein Marriott, Weygand, Admiraal Sir R. Wemyss, Maarschalk Foch en Schout-bij-Nacht G. Hope. Daarachter v.l.n.r. Generaal Desticker, Kapitein de Mierry, Commandant Riedinger en Officier-Vertaler Laperche.

 

Ferdinand Foch is geboren te Tarbes op de 2e oktober 1851. In 1870 was hij leerling van het jezuïtencollege Saint-Clément te Metz. Hij onderbreekt in dat jaar zijn studies en engageert zich in het 4e Linieregiment. Na de oorlog gaat hij naar de Polytechnische School en studeert in 1873 af als artillerieofficier. In 1885 treedt hij toe tot de oorlogsschool. Hij wordt daar leraar en in 1907 commandant. Hij publiceert Principes de la Guerre (1903) en Conduite de la Guerre (1904), twee werken die de nadruk leggen op het offensief en die bepaald worden door het militaire gedachtegoed van die tijd.

In 1914 voert de generaal Foch het bevel over het 20e lergkorps van Nancy dat deel uitmaakt van het tweede leger van Castelnau. Na de gevechten aan de grens en de terugtrekking van het Franse leger uit Lotharingen, voert hij de tegenaanval uit van Trouée des Charmes.

De 28e augustus benoemt Joffre hem tot bevelhebber van de legerafdeling Foch. Zijn eenheid bevindt zich in de streek van de moerassen van Saint-Gond, in het midden van de Franse opstelling tijdens de slag van de Marne. De eenheid van Foch wordt het negende leger. Hij slaagt erin stand te houden met zijn twee divisies tegen de aanval van twee Duitse legers.

Joffre vertrouwt hem steeds grotere verantwoordelijkheden toe. In oktober voert Foch het bevel over de Legergroep van het Noorden. Hij maakt deel uit van de koers naar de kust en leidt de eerste slag van Ieper en de slag aan de IJzer. In januari 1915 voert hij het bevel over het hele noordelijke front en leidt Franse en Britse eenheden.

Tijdens de tweede slag om Ieper stopt de generaal de Duitse opmars. Hij leidt in mei 1915 het eerste offensief in de Artois zonder erin te slagen door te breken. De 15e mei geeft hij de aanval op omwille van de verliezen. Hij meent dat “de doorbraak niet meer een kwestie kan zijn van een bruusk offensief, maar van een volledige en minutieuze voorbereiding waarbij het concept van de belegeringsoorlog overgebracht wordt naar de loopgravenoorlog”.

Foch voert ook het bevel bij het tweede offensief in de Artois in september 1915. Hij vraagt om een degelijke voorbereiding door de artillerie. Maar bij de mislukking van de bestormingen, met name op de top van Vimy, stopt hij het offensief twee dagen na zijn begin.

Hij wordt belast met de leiding van de slag aan de Somme op het Franse front. Hij definieert zijn strategie als een operatie van lange adem die met methode moet gevoerd worden en voortgezet moet worden totdat de weerstand van de vijand gebroken is door de morele, materiële en fysieke desorganisatie, zonder dat de eigen capaciteit tot offensief uitgeput is. Hij legt uit dat de aanvallen in twee fasen gebeuren, de vernietiging van de objectieven door de artillerie en vervolgens hun inname door de infanterie.

Voor Foch is het credo van de offensieve keuze van de uitputtingsoorlog het volgende: zo snel mogelijk de massa van de zware artillerie, veldartillerie en van het loopgravengeschut aanvoeren en inzetten onder de bescherming van een vlot ontplooide infanterie om alle vijanden te vernietigen, en vervolgens de aanval van de infanterie hernemen onder de impuls van een permanente bevelvoering die , dankzij haar vooruitziendheid, de fases van de uitvoering met orde en methode, zonder dewelke er geen slagkracht is, haastig bereikt.

Tijdens de slag aan de Somme dringen de Franse troepen door in de Duitse stellingen zonder echter een beslissend resultaat te bereiken. Foch die reeds beschouwd wordt als een trouwe assistent van Joffre, wordt verantwoordelijk gehouden voor die mislukkingen en terzijde geschoven terwijl Nivelle de bevelhebber wordt van de Franse troepen. Hij werd bekritiseerd op het vlak van zijn tactische keuzes en ervan beschuldigd offensieven te voeren die te zware menselijke verliezen meebrachten. Daarom werd hij niet gespaard bij de ongenade die Joffre trof op het einde van het jaar 1916.

De 11e mei 1917 wordt Nivelle na zijn mislukking afgezet en komt Foch terug op de voorgrond; hij vervangt Pétain, die benoemd is tot algemeen bevelhebber van de Franse legers, op de post van hoofd van de generale staf en militaire raadgever van de regering.  Tijdens de conferentie van Rapallo (6-7 november 1917), wordt Foch aangeduid als het hoofd van de Conseil Supérieur de  Guerre. Hij coördineert de geallieerde inspanningen om Italië bij te staan dat een zware nederlaag geleden heeft bij Caporetto. Na het eerste van de offensieven van de Kaiser tegen de Britten, pleit Foch voor het inzetten van de Franse reserves om de Britten te helpen die volgens Pétain het gevaar lopen zich over te geven in open veld.

Op de intergeallieerde conferentie van Doullens (26 maart 1918) wordt Foch benoemd tot generalissime van de geallieerde legers op het westelijk front op vraag van de Britten en de Fransen. De 14e april leidt hij in naam heel het Franse front en in juni 1918 wordt zijn gezag uitgebreid tot het Italiaanse front. Hij stopt het Duitse offensief aan de Somme in maart 1918, vervolgens het offensief aan de Leie in april. Hij maakt alle beschikbare reserves vrij om de Duitse opmars aan de Matz en aan de Chemin des Dames in mei te stoppen. Hij bereidt een tegenaanval voor in de Champagne in juli 1918. Tenslotte lanceert hij op 8 augustus het algemene geallieerde offensief dat leidt tot de wapenstilstand van 11 november op verzoek van de Duitsers. Hij ondertekent de wapenstilstand te Rethondes, de 11e november 1918 en defileert aan het hoofd van de geallieerde legers tijdens het defilé van de Overwinning, de 14 juli 1919.

Toen op 28 juni 1919 de vrede met Duitsland in Versailles getekend werd, waarbij de totale schuld van de oorlog bij Duitsland kwam te liggen, merkte Foch op: “Versailles is geen vredesverdrag, het is een wapenstilstand voor twintig jaar.”

Foch wordt benoemd tot Maarschalk van Frankrijk de 7e augustus 1918. Hij is eveneens Maarschalk van Polen en Groot-Brittannië en wordt toegelaten tot de Académie Française in 1918. Aangesteld als hoofd van het Conseil Supérieur de Guerre in 1919 probeert hij de Franse regering te overtuigen een harde vrede op te leggen aan Duitsland. Hij weigert zich te engageren in het politieke leven en publiceert zijn oorlogsmemoires (1929 en 1931).

Foch sterft te Parijs de 20e maart 1929 en wordt begraven in de Invalides.

 

Foto met opdracht aan Luitenant-Generaal Baron Emmanuel Joostens (1864-1843, Militair Attaché bij de Belgische Legatie in Parijs (1919-1926), Commandant van het 3de Infanteriedivisie (1919), Commandant van het 2de Infanteriedivisie (1918-1919), Commandant van de 1ste Cavaleriebrigade (1917-1918), Commandant a.i. van de 10de Infanteriebrigade (1916-1917) en Commandant van het 1ste Regiment Lanciers (1914-1916).

 

Zie ook artikel bij Luitenant-Generaal Baron van der Smissen.